En toen waren we gestopt met luisteren. En met het gesprek. Nee, dit wordt niet zo’n klef verhaal over verbinding en luisteren als tovermiddel voor alles. Maar er is onmiskenbaar iets aan de hand en, al is het dan symbolisch, zo'n nieuw jaar is een mooi moment voor reflectie. Of om je vingers in je oren te doen en heel hard "LALALA; ik hoor je lekker toch niet!", te zingen natuurlijk.
Het maakt niet meer uit wát iemand zegt
We zijn de dialoog kwijt, vooral op de plekken waar het schuurt. Zoals Ricky Gervais een paar jaar geleden in zijn voorstelling Humanity zei: "Tegenwoordig maakt het niet meer uit wát iemand uit 'het andere kamp' zegt, maar dát iemand uit 'het andere kamp' het zegt." De ander heeft ongelijk omdat die niet in jouw bubbel van gelijkgestemden zit. Voeg daar aan toe dat meninkjes tot alternatieve feiten worden gepromoveerd en dat elke grap, over welke minderheid dan ook, per definitie discriminerend of kwetsend is; en het wordt vrij ingewikkeld om nog een goed gesprek te voeren en samen ergens uit komen.
Diederik Gommers maakte iets los toen hij met Famke Louise bij Jinek zat. Hij kreeg veel lof. Wat raakte de goede snaar bij de kijker en waarom kwamen er complimenten? Omdat er een gesprek was. Gommers zocht verbinding, vanuit zijn nieuwsgierigheid. En Famke Louise was ook een verademing, omdat ze niet zo overtuigd bleek van haar eigen gelijk. Ook zij ging het gesprek aan, in tegenstelling tot wat we vaak zien op televisie wanneer mensen de spaarzame minuten gebruiken om hun vooringenomen punt te maken. Een uitwisseling van meningen, zonder dialoog.
Op potten en pannen slaan
Een gesprek dus. Meestal lukt het niet best, als het erop aan komt, bij onderwerpen die er toe doen. Klimaat, discriminatie, virusepidemie, (zwarte) piet, vaccinatie, immigratie; de pittige discussiepunten zeg maar. Dan zijn we een gevoelig volkje, voelen allerlei mensen en groepen zich gekwetst of aangevallen en krijgen we vooral de neiging anderen te willen overtuigen. Je ziet het op televisie en sociale media, maar ook in de Tweede Kamer, tijdens protestacties of op een informatieavond in je eigen woonplaats. En als mensen op potten en pannen gaan slaan wanneer de premier iets toe wil lichten in een toespraak vanuit het Torentje. Een variant op: "LALALA; ik hoor je lekker toch niet!"
En dat terwijl het polderen ons toch in het bloed zit. Die term heeft een negatieve bijklank gekregen maar het concept redde Nederland, eeuw na eeuw, van het water. Boeren konden ruzie hebben over hun erfgrens maar begrepen ook dat ze samen een stevige dijk nodig hebben om die erfgrens überhaupt relevant te laten zijn.
De fabeltjesfuik
Toch lijken ‘de nuance’, ‘het compromis’ en ‘de gulden middenweg’ wat versleten. Rechtlijnigheid en ‘zeggen waar het op staat’ zijn in de mode, net als harde woorden, stevige statements en mooie oneliners. Het liefst natuurlijk (al dan niet buiten de context) opgepikt door de pers óf het publiek dat het toch al met je eens was. De fabeltjesfuik (die Arjen Lubach dit jaar aanstipte) is geen fabeltje: de eigen bubbel voorziet immers in verdere overtuiging van het eigen gelijk. Iets waar de Haagse ambtelijke-politieke bubbel overigens aan meedoet, stelde Marc Chavannes van de Correspondent in zijn artikel. Of doen veel journalisten zelf net zo hard mee?
Het zou te gemakkelijk zijn de media de schuld te geven, al spelen die wel een rol. Bij Op1 zaten gasten aan tafel om het te hebben over de zin en onzin van voedingssupplementen. Zij praatten de tijd vol met het delen van hun standpunt. Niemand voerde een gesprek. Niemand stond zelfs maar open voor een ander perspectief. Het is een veelgemaakte fout bij redacties van praatprogramma’s: uitgesproken, tegengestelde standpunten aan tafel zetten, zodat het geen gesprek wordt maar welles-nietes. Dat lijkt misschien knetterende televisie op te leveren, maar schiet het doel van een praatprogramma volledig voorbij.
Op Twitter deden kijkers van Op1 het overigens niet veel beter: geen enkele tweet ging over een nieuw inzicht, ander perspectief of verhelderde kijk op voedingssupplementen. Iedereen buitelde over elkaar heen, als een soort persoonlijke privé-infanterie van de gasten aan tafel: schietend op alles wat beweegt, onder dekking van van het vooringenomen eigen gelijk.
Overgewaaid uit de VS?
Typisch deze tijd dan en niets aan te doen? Uit de Verenigde Staten overgewaaide polarisatie en de schuld van (sociale) media, zoals The Social Dilemma ons wilde laten zien? Zeker, allemaal waar... én te simpel gedacht. Het is interessanter om naar de oplossingen te kijken (iets waar The Social Dilemma, ondanks alle expertise die meewerkt aan deze documentaire, nauwelijks in slaagt overigens).
Praatprogramma’s kunnen gasten bijvoorbeeld vaker selecteren op hun vermogen een gesprek te voeren en de nuance te laten zien. Sowieso mogen de media best meer podium bieden aan een gematigder, gelaagder geluid. Grote problemen los je meestal niet op met ideeën die zich als lekkere soundbite of oneliner laten verpakken. De term ‘silent majority’ is alweer uit de mode, maar bestaat nog steeds: veel mensen zijn helemaal niet faliekant vóór of tégen iets en die hoor je nauwelijks in het publieke debat. Die mensen hebben hun vragen, afwegingen, bedenkingen en snappen dat er bij complexe onderwerpen meerdere perspectieven zijn. Zoals de koning in zijn kersttoespraak zei: "Misschien bent u moe van de manische meningenmachine (...) ook zachte stemmen verdienen het om gehoord te worden." En zeg nou zelf: mensen die zwaar overtuigd zijn van één enkel gelijk, zijn meestal een beetje eng toch; wie heeft nou zoveel wijsheid in pacht?
Moe van de manische meningenmachine...
Net zo goed van deze tijd zijn adviseurs en experts die hun woordenschat vol hebben zitten met ‘verbinden’, ‘luisteren’, ‘dialoog’, ‘gesprek’, ‘betrekken’, ‘participatie’, etc. Daar liggen kansen zou je zeggen. Toch kiezen organisaties, overheden en belangengroeperingen regelmatig nog voor campagnes, contentstrategieën en voorlichting; informeren en overtuigen in plaats van communiceren dus. Of worden er schijngesprekken georganiseerd om ‘draagvlak te creëren’. In plaats van een echt gesprek te voeren en de optie open te houden dat jouw plan, idee of standpunt nog kan veranderen. Mét mensen praten in plaats van óver of tégen mensen praten dus.
Je denkt wel drie keer na...
En zelf hebben we ook een rol. Ga je het gesprek aan met mensen die ongenuanceerd overtuigd zijn van hun eigen gelijk? Of laat je het gaan? Je denkt wel drie keer na voor je je in een of andere discussie stort over vaccineren, racisme of het klimaat. Vooral op Twitter. Toch is het nodig als we, naast polariserende standpunten, ook gelaagde meningen en bedenkingen willen zien. Dat geldt ook voor organisaties die nieuwe plannen en beleid maken.
Een standpunt is weinig waard als je het niet kan verbinden met de ideeën van anderen. Dan is het alleen maar jouw gelijk. Zelfs als je met z'n tienen bent of met honderdduizend - en je eigen clubje heel belangrijk vind. Een compromis brengt vaker mensen bij elkaar dan die ene overtuiging.
Tot slot: vanzelfsprekend ben ik bij dit blog extra nieuwsgierig naar jouw perspectief of idee bij dit onderwerp. Hoe voeren we het goede gesprek? En wat is er nodig om minder te polariseren en meer compromis te vinden? Ik zie je reactie graag tegemoet!
コメント