Participatie bij NIMBY-gedrag: hoe ga je daarmee om?
Het huisvesten van vluchtelingen, daklozen, woonwagenbewoners of andere groepen ‘lastig te plaatsen’ inwoners: overheden zijn er ontzettend druk mee. In de zoektocht naar geschikte locaties stuiten ze op veel weerstand van omwonenden. Participatie bij NIMBY-gedrag: hoe ga je daarmee om? We zien in veel trajecten die wij begeleiden het NIMBY (Not In My Backyard)-gedrag. Oftewel: ‘goed dat we een woonplek bieden aan deze mensen, maar niet in mijn achtertuin’. Als iedereen zo denkt, lossen we het tekort aan geschikte woonplekken alleen nooit op. Kan je daar iets mee door inwoners goed te betrekken? Hoe geef je dat vorm in participatietrajecten? Wat is handig om te doen en… wat moet je vooral niet doen?
Het is heel menselijk: begrip hebben voor de noodzaak van bijvoorbeeld noodopvang voor vluchtelingen, maar dat vooral niet in je eigen directe woonomgeving willen. Dit NIMBY-gedrag ontstaat vaak wanneer mensen het gevoel hebben dat een voorgesteld project een negatieve invloed kan hebben op hun kwaliteit van leven, de waarde van hun woning of het uiterlijk van hun omgeving. Vaak is dit gebaseerd op onterechte vooroordelen en verkeerde verwachtingen. En daar zit wat ons betreft de kern van het probleem. En de sleutel voor de oplossing.
Begin met luisteren
Voordat je van start gaat, is het belangrijk om eerst een goede analyse te maken van wat er leeft in de omgeving. Door bijvoorbeeld een stakeholderanalyse te maken, sleutelfiguren in de wijk te spreken én de kennis uit je eigen organisatie te benutten. Of door zelf gewoon eens een rondje door de buurt te lopen en mensen aan te spreken. Dan krijg je meer gevoel bij wat er nodig is om het goede gesprek met de omgeving te voeren en zo voorkom je een valse start. Soms kom je er dan achter dat er hele andere zorgen leven in de wijk dan je vooraf had bedacht.
Voorbeeld uit onze praktijk: in een wijk werd een noodopvang voor vluchtelingen gerealiseerd. Na gesprekken in de wijk, bleek dat er vooral veel vragen en zorgen waren over de doelgroep. Buurtbewoners deden uitspraken als: ‘mijn kinderen kunnen niet meer veilig op straat spelen’, ‘ze trekken drugscriminaliteit aan’ en ‘ik voel me niet meer veilig in mijn wijk´. Pittig dus. Een open gesprek met de buurt over hun toekomstige buren haalde veel kou uit de lucht. Het beeld dat zij hadden bleek niet overeen te komen met de buren die ze daadwerkelijk kregen. Voordat de opvang openging, konden we zo dus een deel van de onrust wegnemen.
Zet het ‘waarom’ centraal
We hebben soms de neiging om het politieke en maatschappelijke debat te voeren over ‘de stenen’, het gebouw, de locatie, de plek etc. Het is de kunst dit terug te draaien naar het gesprek over het waarom, zoals de opvang van mensen die hun leven niet zeker zijn op de plek waar zij vandaan komen of het bieden van woonruimte aan mensen die geen vaste woonplek hebben na een scheiding. Vaak zie je dat er geen discussie is over het ‘waarom’ en dat dit een goede basis is voor het gesprek met de omgeving.
Voorbeeld uit onze praktijk: de komst van een daklozenopvang zorgde voor veel onrust bij buurtbewoners. We kozen er daarom voor om de eerste informatiebijeenkomst te laten beginnen met het verhaal van een ex-dakloze stadgenoot. Hij vertelde het eerlijke verhaal over hoe hij ooit dakloos is geworden en hoe hij weer een plek in de maatschappij heeft weten te krijgen door de begeleiding vanuit de daklozenopvang. Hij vertelde over het gevoel dat mensen hem, als dakloze, vermeden en deed vanuit die ervaring een oproep om daklozen vooral als mensen te blijven zien: “zeg gewoon eens hallo”. De sfeer veranderde en er ontstond een goed gesprek over wat er nodig is om goede buren van elkaar te worden.
Breng de werelden bij elkaar
In de trajecten die wij begeleiden, zien we dat omwonenden er vaak ‘op tegen zijn’ omdat ze een bepaald (negatief) beeld hebben van hun toekomstige buren. Daar kun je veel van vinden, maar die beelden en verwachtingen zijn er nou eenmaal. Haal ze daarom meteen op door in gesprek te gaan en neem het serieus, wat er gezegd wordt. Breng vervolgens alle beelden, verwachtingen en zorgen in kaart en bedenk hoe je hier het beste mee om kunt gaan. Bijvoorbeeld door samen met de buurt in gesprek te gaan over die beelden en verwachtingen. En ze uiteraard in contact te brengen met hun nieuwe buren.
Voorbeeld uit onze praktijk: bij de verplaatsing van een daklozenopvang voerden we veel gesprekken met een klankbordgroep, waarin vertegenwoordigers uit de wijk zaten. Uit hun reacties bleek dat er veel angst was voor de komst van de daklozen, gebaseerd op vervelende ervaringen met een aantal daklozen. Om te laten zien en ervaren dat het niet zo hoeft te gaan, organiseerden we daarom alle gesprekken in de opvang zelf. Hierdoor kwamen buurtbewoners steeds vaker in contact met de gebruikers van de daklozenopvang en konden zij met eigen ogen zien om wat voor mensen het gaat. Hoe spannend het in het begin voor sommigen ook was, het zorgde voor meer begrip en een realistischer beeld van hun toekomstige buren.
Wees eerlijk en transparant
Soms is er gewoon weinig ruimte voor belanghebbenden om mee te denken en is een uitgebreid en langdurig participatietraject geen optie. Daar moet je vanaf de start eerlijk en duidelijk over zijn. Wat staat gewoon vast en waarover kunnen belanghebbenden nog meedenken? Liever meteen duidelijk zijn, dan op pad gaan op basis van verkeerde verwachtingen.
Dat betekent niet dat je niet in gesprek kunt gaan met de buurt. Zorg er juist voor dat je in gesprek blijft, zodat je zicht blijft houden op dat wat er leeft, belanghebbenden op de hoogte zijn van de stappen die je zet in het proces én je hun zorgen serieus neemt, om voor beide partijen een fijne woonomgeving te creëren en houden. Een veel gemaakte fout is dat minder ruimte voor inspraak leidt tot minder contact met de omgeving, terwijl je juist dán (extra) goed in gesprek moet blijven.
Voorbeeld uit onze praktijk: een gemeente besloot omwonenden van een toekomstige locatie voor Skeave Huse – een woonvorm voor mensen die 24/7 begeleiding nodig hebben – met een brief te informeren over het besluit. Er was geen ruimte om mee te denken over deze locatie, dus in plaats van gesprekken te voeren en een informatiebijeenkomst te organiseren, werd het slechts een informatiebrief. Het gevolg? De buurt kwam in opstand en richtte een actiegroep op. Zonde, want een gesprek of aanschuiven bij bestaande bewonersoverleggen – had voor een andere start kunnen zorgen. Dan had de gemeente kunnen luisteren naar vragen en zorgen uit de omgeving. En met elkaar kunnen onderzoeken hoe de buurt mogelijk wel openstaat voor deze woonvorm.
Maar… waarom niet eerder beginnen?
Hopelijk helpen bovenstaande tips, maar eerlijk is eerlijk. In deze fase aangekomen, ben je deels al te laat. Eigenlijk zou je veel eerder het gesprek aan moeten gaan. Waarom betrekken sommige gemeentes hun inwoners en andere belanghebbenden niet veel eerder bij dilemma’s en opgaven? Ga eens met inwoners praten over de opgave zelf, voordat het uiteindelijk over locaties gaat. Dus in plaats van eerst, als gemeente, zelf alles zorgvuldig af te wegen, onderzoek te doen en alvast een richting kiezen, kun je ook dat vraagstuk al voorleggen. Met daarbij de dilemma’s en onmogelijkheden die je zelf al ziet. Natuurlijk is dat spannend, maar het is wel de echte sleutel naar een goed en open gesprek met mensen.
Voorbeeld uit onze praktijk: een gemeente zag de spreidingswet voor de opvang van vluchtelingen aankomen en besloot niet meteen in de beleidsstand te schieten en ‘overheidsproductie’ te gaan draaien. In plaats daarvan besloten zij het gesprek met inwoners aan te gaan over deze naderende wet en de uitdagingen daarbij op tafel te leggen: ‘hoe gaan we dat hier goed, zorgvuldig en netjes doen met elkaar?’. Het resulteerde zelfs in een meer proactieve houding onder inwoners die bij nieuwe kwesties contact opnamen met de gemeente om aan te geven hoe zij met andere vraagstukken wilden omgaan en hoe de gemeente daarin kon faciliteren.
Meer weten over hoe wij naar participatie kijken en onze ervaringen in dit soort trajecten? Neem gerust contact met op. Of download onze whitepaper over de zin en onzin van participatie, aan de hand van zes principes die je zo kunt toepassen.
Wij verzorgen participatiebeleid en -trajecten voor onder meer:
• Gemeente Amsterdam
• Gemeente Alkmaar
• Gemeente Utrecht
• Gemeente Oss
• Gemeente Zeist
• Gemeente Beverwijk
• Veiligheidsregio Kennemerland
Comments