Boek: Maar dat begrijp jij toch niet
- Chanel de Loos
- 1 dag geleden
- 2 minuten om te lezen
Bijgewerkt op: 19 uur geleden
Wat we lezen...
Maar dat begrijp jij toch niet - Over het onderschatte belang van het mbo door Karim Amghar
Gelezen door Chanel de Loos
Wat lees je en waarom?
Afgelopen week las ik het boek Maar dat begrijp jij toch niet: Over het onderschatte belang van het mbo van Karim Amghar, uitgegeven door De Correspondent. De titel trok direct mijn aandacht, mede omdat we op dit moment een opdracht doen voor mbo-instellingen in Arnhem en Nijmegen. In zijn boek beschrijft Amghar de systematische onderwaardering van het mbo. Waarin studenten niet vanwege prestaties, maar puur vanwege het type opleiding, worden gediscrimineerd. Amghar laat zien dat mbo-studenten vaak te horen krijgen dat ze ‘het toch niet zouden begrijpen’, waarmee mbo-studenten snel ten onrechte als minder intelligent worden gezien. Een duidelijk voorbeeld hiervan zijn termen als ‘hoger’ en ‘lager’ onderwijs - begrippen die oud-minister Robert Dijkgraaf terecht uit ons taalgebruik probeert te weren: ‘de ene studie staat niet boven de andere’.
Ook de positie van docenten en bestuurders komt aan bod, met vragen als: hoe motiveer je studenten die voortdurend te horen krijgen dat ze minder waard zijn? En hoe overbrug je als beleidsmaker de kloof naar de praktijk op school? Normaal word ik niet snel emotioneel van non-fictie, maar dit boek raakte me. Jongeren die zich schamen voor hun opleiding, ouders die zichtbaar teleurgesteld zijn en een samenleving die mbo’ers continu vergelijkt met hbo- en wo-studenten. Die maatschappelijke onderwaardering werkt levenslang door in hoe mensen zichzelf, hun werk en hun omgeving zien. Terwijl juist de studententijd een periode zou moeten zijn waarin je je passie ontwikkelt, wordt deze voor veel mbo-studenten gekleurd door onzekerheid en sociale afwijzing.
Wat vind je ervan?
Het boek is confronterend, persoonlijk en maatschappelijk urgent. Amghar maakt pijnlijk duidelijk hoe diep deze vooroordelen verankerd zijn in onze samenleving. Volgens oud-minister van Onderwijs Jos van Kemenade leven we in een verkapte standenmaatschappij: de scheidslijn tussen arm en rijk wordt misschien minder uitgesproken, maar is nog altijd sterk aanwezig. De keuze van ouders om hun kind naar een zogenaamd ‘betere’ school te sturen, is zelden puur inhoudelijk. Ze bevestigen dat waardering voor beroepsonderwijs geen kwestie is van beleid of budget alleen, maar van diepgewortelde overtuigingen over status, waarde en succes.
En dus?
In plaats van het onrecht doen aan het mbo (volgens Amghar het ‘Meest Belangrijke Onderwijs’), zouden we studenten hun passie moeten laten volgen. Laat ze kiezen wat bij hen past, wat motiveert en energie geeft. Het mbo is niet meer of minder dan een hbo- of wo-opleiding. Verschillende interesses en competenties zouden geen hiërarchie moeten opleveren, maar zouden juist moeten worden gezien als een verrijking.
Amghar draait in zijn boek de opmerking dat mbo-studenten het toch niet zouden begrijpen terecht om: begrijpen hbo- en wo-opgeleiden het wel goed? Dit boek nodigt uit om met een andere bril naar onze samenleving en haar ongelijkheid te kijken. Wat mij betreft een absolute must-read.

Comments